Op 11 mei mochten de PO-scholen deels weer open, maar hoe? In de twee weken meivakantie voorafgaand gonsde het van de de bezigheid en het geregel op ‘mijn’ scholen.
Naast alle kaders, richtlijnen en adviezen vanuit de overheid, de PO-raad en het schoolbestuur hebben wij in de scholen een duidelijke prioritering gekozen.

1. Veiligheid: We zorgen voor een veilige situatie waarin iedereen zonder extra angst voor besmetting naar school kan.
2. Haalbaarheid: We zoeken oplossingen die werkbaar zijn voor de kinderen, de leerkrachten èn de ouders.
3. Kwaliteit: We benutten de nieuwe omstandigheden (kleine groepen) optimaal om extra kwaliteit van onderwijs te leveren op pedagogisch en didactisch vlak.

Deze drie onderwerpen in deze volgorde liggen ten grondslag aan alle keuzes die we gemaakt hebben in de school in aanloop naar de gedeeltelijke heropening. Ook nu we 8 juni weer volledig open gaan hanteren we dezelfde uitgangspunten.

In de praktijk betekent dit dat we de schoolgebouwen anders hebben ingericht. We hebben bijvoorbeeld gescheiden looproutes gecreëerd, gebruiken meerdere ingangen en de tafeltjes staan verder uit elkaar. Er zijn extra schoonmaakrondes en op diverse plaatsten in de school zijn extra hygienemiddelen beschikbaar.

We zorgen ervoor dat de kinderen hele dagen naar school gaan en alle kinderen uit een gezin gaan tegelijkertijd, zodat ouders in ieder geval een paar dagen per week hun handen vrij hebben.
Waar mogelijk houden we o.a. via een livestream contact met de kinderen thuis, maar dit is zeker geen verplichting om de hele dag te doen. In veel situaties is het niet goed werkbaar om als leerkracht tegelijkertijd de kinderen in de groep te bedienen en ondertussen bezig te zijn met de kinderen thuis via Teams, Zoom of Meets. De extra handen in de school maken het wel makkelijker om op belangrijke momenten toch de hele groep ‘bij elkaar’ te hebben via een livestream.

Wat betreft de kwaliteit zijn we (uiteraard) begonnen met het sociale en pedagogische aspect. We merkten echter al gauw dat de kinderen ook heel graag ‘gewoon aan de slag’ wilden. Door goed te plannen met de individuele- en groepsinstructie aan de ene kant en de verwerking die grotendeels thuis plaatsvind aan de andere kant wordt er heel effectief geleerd.
Naarmate we nu weer langer bezig zijn ervaren de leerkrachten ook steeds meer de kracht van ‘flipping the classroom’, waarbij ze hun instructies juist opnemen en als huiswerk meegeven aan de kinderen op hun ’thuisdag’ zodat er op de ’schooldag’ meer tijd is voor individuele hulp en begeleiding van de verwerking.

“Never waste a good crisis” is inmiddels bijna een cliché aan het worden, maar op onze scholen echt actueel.
Bijna dagelijks worden er conclusies getrokken en aanpassingen gedaan die niet alleen nu zorgen voor veilig, werkbaar en kwalitatief onderwijs, maar die zeker ook voortgezet gaan worden wanneer alles weer ’normaal’ is. De leercurve is enorm.